Doorgaan naar hoofdcontent

Auticorner

Ik open vandaag de 'auticorner'. Over de naam ben ik nog niet zeker. Ik heb lang getwijfeld om over autisme te schrijven want ik hou niet van etiketjes plakken, maar het hoort inmiddels teveel bij het leven in ons gezin om erover te zwijgen. BUD is beplakt is met het etiket 'Syndroom van Asperger' en hij praat er juist gemakkelijk over. 'Dat kan ik niet want ik heb autisme' zegt hij dan. Waar wij er allemaal emoties bij voelen benoemt hij het gewoon als een feit.

'Aspergelade', is dat wat? In het boek Geef me de 5 dat voor 40 euri's in 200 bladzijden uitleg en handvatten geeft over autistme wordt uitgelegd dat je in lades moet denken. Als je zegt 'doe dat niet' dan kan een autist daar niets mee. Je moet hem er ander gedrag voor teruggeven, oftwel het oude gedrag eruit en het nieuwe 'in het laatje doen'. Aspergesalade. Of gewoon Asperge of Asperges. Ik wil het diagnostisch systeem graag met een korreltje zout nemen.

Ik hou het maar even bij auticorner. Het moet een plek zijn voor de zwaardere auti-drama's maar ook voor de kleine dagelijkse gebeurtenissen die juist zo grappig kenmerkend en herkenbaar kunnen zijn.

Ik bijt het spits af met een stukje over kleding kopen.
Gewoon een dag in ons leven, hoewel deze dingen voor ons helemaal niet zo gewoon zijn. Maar als alles op zo'n dag lukt, dan is dat geweldig.

We fietsen terug van een bezoek aan een kledingwinkel. Een pyama met Donald Duck - nee mama ik wil geen pyama met Donald Duck, dat vind ik te kinderachtig - maar schat hij kijkt zo grumpy en dat vind ik zo lief want zo kijk jij ook als beginnende puber - oké hij is toch wel leuk - een sportsetje bestaand uit een korte broek en shirt, net als X uit zijn klas, en vier t-shirts.

'Ik vind shoppen nu opeens erg leuk mam'. Werkelijk, dacht ik, dat zou ik ook vinden als ik in vijf minuten met zo'n stapel buiten stond, door mijn Personal Assistent in een eerder bezoek geselecteerd. Maar blij ben ik wel met deze aanwinst voor zijn te klein wordende garderobe - in getal en in maat. Het liefst heeft hij altijd dezelfde kleding, dezelfde broeken, allemaal zonder knopen. Maar winkels verkopen elk jaar weer iets anders.

Nadat we thuis wat gegeten en gedronken hebben, zwaai ik hem uit als hij met zijn te zware logeerkoffer op zijn rug naar oma en opa fietst. Als hij weg is zie ik dat hij zijn waterschoenen heeft aangedaan, waar hij scheef op loopt. 'Als ik om twee uur nog niet gebeld heb, dan mag je mij bellen mam'. Om zeventien over twee denk ik daaraan, als ik melk voor de koffie schuim. Ik wacht nog vijf minuten. Net als ik wil bellen gaat de telefoon.'Mam, ik bel te laat maar we hebben boodschappen gedaan'. Wat ze gekocht hebben weet hij niet meer. Iets lekkers,dat weet hij nog wel, want vandaag vieren ze de laatste werkdag van opa.

Dit is deel 4 van 7 mails in 7 dagen, gehost door Jennifer Fulwiler op Conversion Diary.

Reacties