Het enige boek op mijn zomerstapel van een man. Maar niet het enige boek dat gaat over een mens en zijn onwaarschijnlijke weg terug naar het geloof van zijn jeugd. Een hernieuwd geloof weliswaar, wat nu meer wortel schiet dan vroeger. Als ik dit lees wordt ik meteen milder over de ietsistische hippieopvoeding die ik zelf heb genoten (doe wat je wil, er bestaat wel iets maar geen God die alles voor je bepaalt, wel misschien een God(in) die álles goed vindt, zonde bestaat niet, dat is een bedenksel van het patriarchaat om mensen bang en dus gehoorzaam te maken). Zo'n slechte voorbereiding was dat misschien toch niet. Puinhoop Katholieke opvoeding of niet, het kan maar zo gebeuren dat je leven ineens om je heen verscheurd wordt. Een verbroken relatie, ziekte, verlies van baan en inkomen, verslaving. En temidden van de puinhopen van Babylon is het enige, onhoorbare maar hoopgevende geluid dat je hoort: Kom tot mij, Ik ben de zee die je zoekt. Dat is in een notendop het verhaal ...
'Proeven deed ik jou en sindsdien dorst ik...'