Woensdagavond, op weg naar de kerk. Het regent zacht. Je zou kunnen zeggen het miezert. Maar de regen valt zo zacht, dat ‘miezeren’ al teveel is. ‘Nevelen’ zou een beter woord zijn. Deze regen is zo zacht, dat ik er niet boos op kan zijn. Het is meer een aanraking, waarin ik de hand van God kan voelen, die troost biedt. Net als ik mijn fiets in de garage wil zetten, merk ik dat het droog geworden is.
Deze tekst heb ik in een voorgaand jaar geschreven. Dit jaar was het heel ander weer. De laatste sneeuw is nog niet weg. Er staat zelfs nog een
sneeuwpop verderop in de straat.
In onze kerk was een oecumenische viering samen met de PKN. Wat me het meest is bijgebleven is de gelijkenis met een (haard)vuur. Als je gloeiende kolen bedekt met een laag as, en dan de volgende ochtend terug komt, dan veeg je de as eraf en vind je daaronder de gloeiende kooltjes. De as is niet alleen 'viezigheid', maar bewaart ook het vuur eronder. Het askruisje bewaart ook jou vuur in donkere tijden.
Net een zegel. Lieve God, bedankt dat u zoveel van ons houdt dat u ons de moeite waard vind om te 'verzegelen'.
|
BUD vond dat ik op een heks leek... |
Reacties
Een reactie posten
Laat hier je reactie achter