Dingen lopen soms anders. De pompoenen gaan volgende week in de soep voor de kinderen van de vormselgroep. De bijeenkomst van vorige week liep ook bijna in de soep. We moesten een bepaalde bus hebben, de andere kinderen waren al bij eerdere haltes opgestapt. Met twee kinderen en twee moeders stonden we een kwartier te vroeg al bij de bushalte. Eindelijk kwam de bewuste bus. De jongens zwaaiden met hun OV-kaart, wij met onze armen, overdreven maar toch voor de zekerheid... en de bus reed voorbij! De chauffeur keek nog even om en zei, schouderophalend, tegen de mensen van onze groep in de bus: 'Nouja, dat is pech' (dat hoorden wij later). 'Pech' lijkt me niet het juiste woord hier, maargoed. We keken elkaar aan, wat nu? Ik had me voorbereid op allerlei soorten 'pech' al was het niet specifiek in deze vorm. Maar ik had mijn OV-kaart bij me en het adres waar de kinderen heengingen. De volgende bus kwam in tien minuten, en zo wil het dat ik meeging naar de kennis...
'Proeven deed ik jou en sindsdien dorst ik...'