'Ik vind fresia's altijd wel mooi, en ze ruiken zo lekker', zegt hij. Fresia's? Ik heb er weleens van gehoord, maar ik heb geen idee hoe ze eruit zien. Ik zoek het op en zie een heleboel gele fresia's, maar ze zijn er in allerlei kleuren. Net als tulpen. Maar erg mooi vind ik ze niet. En de geur, ja die krijg je niet mee via de telefoon.
De volgende dag ben ik ergens voor de lunch. En wat staat daar op tafel? Je zou het bijna raden. Ik ga zitten en probeer de fresia's te ruiken, maar ik ruik eigenlijk niets. 'Ik rook ze al toen ik binnenkwam', zegt mijn overbuurvrouw. 'Het zijn de lievelingsbloemen van mijn man', zeg ik. Ze snuift lichtjes. 'Ze stonden vroeger altijd in de kamer als er iemand dood was. Daarom houd ik er niet zo van.'
Ik begrijp haar, en begin een verhaal over bloemstukken en begrafenissen. 'Die fresia's waren niet voor de begrafenis', verduidelijkt ze. 'Ze stonden in de kamer als de kist nog niet gesloten was.'
Het is even stil, terwijl ik het me voorstel. En me afvraag waar mijn man dan zijn liefde voor fresia's vandaan heeft.
'Ach, die bloemen kunnen er ook niets aan doen', zegt ze. Daar ben ik het mee eens. En ik heb die associatie zelf niet, dus ik kan gewoon een keer een bosje kopen. Voor mijn man.
Dag 21 van 40 dagen bloggen.