Doorgaan naar hoofdcontent

Het ritme van de feestdagen, ofwel 'the rhythm of life'


Terwijl ik eens lekker de binnenkant, en daarna ook de buitenkant van mijn huis, oftewel de tuin, aanveeg, denk ik diep na over het verschijnsel Christelijke Feestdagen in een seculiere samenleving. Ik heb een opvoeding zonder geloof gehad. Niet echt atheïstisch, mijn ouders geloofden wel ergens in, en daarmee waren ze op zich hun tijd al ver vooruit. We deden aan Sinterklaas, Kerstmis (boom met echte kaarsjes en familiebezoek) en met Pasen gingen we eieren zoeken. Zoals iedereen dat doet. Bijna. Vanuit school hadden we dan een handjevol random feestdagen die zo'n beetje over mei en juni versnipperd waren. Konden ze daar geen fatsoenlijke vakantie van maken, dachten wij. En waarom je een carnavalsvakantie boven de rivieren hebt, tja...

Inmiddels hebben de scholen de vakanties flink omgegooid. Geen paasvakantie meer, en de carnavalsvakantie, die voorjaars- of krokusvakantie heet (refereren aan de natuur mag blijkbaar nog wel) wordt nu zorgvuldig óm het carnaval heengebouwd. Alleen het zuiden heeft met carnaval nog vakantie.

Misschien is het een rare vergelijking, maar het doe me denken aan wat een oudere pastoor laatst zei. Hij zei dat ze in de tijd van Jezus niet aan gezinsverbanden deden. Je had niet één vader en moeder, nee, je had er tientallen. Nu geloof ik best dat ze toen meer naar elkaar omkeken, ook naar andermans kinderen, maar je wist toch wel waar je vandaan kwam? Op die vraag zweeg de pastoor en ik vroeg me af of het wellicht een onbetamelijke vraag was.

Ik zei nog: 'Als iedereen je vader en moeder is, is niemand het'. Gedeelde verantwoordelijkheid is iets heel vaags al lijkt het in theorie aardig. Ik verbleef ooit een tijd in een commune waar ik één van de kinderen naar school moest brengen. Zij vertelde onderweg dat er elke dag één 'kinder-verantwoordelijke' was, die je moest aanspreken als er wat was.

Hoe komen we hierop? Ja. Vaste feestdagen vormen een rustpunt. Om te vasten. Om te feesten.

Zonder die vaste punten moet je het allemaal zelf vormgeven. Alleen. Of met een paar anderen. Terwijl de vaste dagen gedeeld worden met anderen.

Natuurlijk hangen Pasen en Carnaval met religie samen, maar veel feestdagen bestonden al vóór het Christendom. Sommigen zijn samengegaan, sommigen zijn apart gebleven (yule bijvoorbeeld). Je kunt zeggen 'alternatief' maar het is maar net wat je als maatstaf neemt. Het zijn dus ook seizoensfeesten.

Behalve gemeenschappelijkheid en gedeelde vreugde geven feestdagen, ja ik kop hem in, vrij! Stel dat die dagen gewone dagen zouden zijn dan betwijfel ik of je überhaupt nog vrij zou kunnen krijgen op die dagen. Op zondag en 's avonds werken is voor een aantal mensen ook al verplicht geworden! Onder de noemer vrijheid.

Misschien dat we daarom zo individualistisch zijn geworden, omdat we allemaal, als we 'niets meer met de feestdagen doen', net op een ander tijdstip buiten gaan zitten. Of wandelen. Of boodschappen doen. Zolang we ons maar niet aanpassen aan elkaar. Pfff ik wordt er weleens moe van. Een ritme heeft toch ook iets moois. Een dagritme. Een weekritme. Een levensritme. Een seizoensritme. Een gezamenlijk ritme. Een menselijk ritme.


Zo bezem ik ondertussen mooi de tuin schoon. Zodat we lekker met Pasen buiten kunnen zitten als het mooi weer is. Liever op een spontaan moment? Wat je wilt hoor maar je denkt toch niet dat ik elke dag een lunch ga klaarmaken? Nee hoor 't is maar één keer per jaar Pasen.

Het lijkt wel of we liever elke dag hetzelfde willen. Alles altijd open en iedereen aan het werk met gezichten die altijd gelijk blijven. Rimpelloos. Eindeloos. Het enige verschil is ons toevallige humeur die dag wat dan bepaalt wat we spontaan gaan doen. Of hoe we doen wat we moeten doen. Debiteuren Crediteuten van Jiskefet. Of Barbie en Ken.


Lied Rythm of life op youtube.


Blog 38 van 40 dagen bloggen.