Doorgaan naar hoofdcontent

Drunks & Monks - John H. Carmichael

Voorkant van het boek Drunks & Monks van John H. Carmichael met een getekend zelfportret van de aurteur gekleed als Monnik maar onder de verleiding van een glas martini met olijf.

Het enige boek op mijn zomerstapel van een man. Maar niet het enige boek dat gaat over een mens en zijn onwaarschijnlijke weg terug naar het geloof van zijn jeugd. Een hernieuwd geloof weliswaar, wat nu meer wortel schiet dan vroeger.

Als ik dit lees wordt ik meteen milder over de ietsistische hippieopvoeding die ik zelf heb genoten (doe wat je wil, er bestaat wel iets maar geen God die alles voor je bepaalt, wel misschien een God(in) die álles goed vindt, zonde bestaat niet, dat is een bedenksel van het patriarchaat om mensen bang en dus gehoorzaam te maken). Zo'n slechte voorbereiding was dat misschien toch niet.

Puinhoop

Katholieke opvoeding of niet, het kan maar zo gebeuren dat je leven ineens om je heen verscheurd wordt. Een verbroken relatie, ziekte, verlies van baan en inkomen, verslaving. En temidden van de puinhopen van Babylon is het enige, onhoorbare maar hoopgevende geluid dat je hoort: Kom tot mij, Ik ben de zee die je zoekt. Dat is in een notendop het verhaal van Drunks & Monks van John H. Carmichael.

Ik kan me goed voorstellen dat als je nooit zoiets hebt meegemaakt, je alleen maar denkt die is koekoe geworden. Dat je met 'puur aardse' oplossingen komt aanzetten, zoals 'dan begin je toch een nieuwe relatie' of 'probeer mindfullness ademhaling'. Dat eerste doet John ook (ik ken hem niet maar hij heeft zo'n lange achternaam dus ik noem hem John), hij gaat een tweede, burgerlijk huwelijk aan.

Zijn schrijfstijl is trouwens apart, eenvoudig geschreven met weinig leestekens. Daardoor voelt het heel dichtbij. Je denkt met de schrijver mee. Ik vond het heel prettig lezen, ook door de grappige gedachtensprongen die hij maakt.

Het boek begint, als John net de deur uit is gezet door zijn vrouw. Hij gaat naar een hotelkamer, en plundert daar de minibar. Tot dat moment heeft hij nooit een druppel alcohol aangeraakt, als reactie op zijn zwaar verslaafde moeder. Die ochtend heeft hij juist zijn baan opgezegd, om meer tijd te maken voor zijn vrouw. Maar daarvoor is het inmiddels te laat .

Hij huurt een kantoor om voor zichzelf te gaan werken (hij is advocaat). Daar slaapt hij ook, op een matrasje. Regelmatig bezoekt hij zijn ouders, maakt ruzie met zijn vader en past op zijn moeder, zodat zij niet ontsnapt naar de drankhandel.

Scotch

De herinneringen aan zijn jeugd zijn door het verhaal verweven. In het heden maakt hij nieuwe vrienden met wij hij blowt en in bars onderzoekt hij de diverse soorten whiskey.

In The Jennifer Fulwiler Show worden zijn gedetailleerde smaakobservaties besproken, want de man van Jennifer Fulwiler blijkt ook een liefhebber en zodoende kwamen de namen en termen haar bekend voor.

Klooster

Bij de scheiding zijn de twee honden aan hem toebedeeld. De uitgebreide middagwandeling met de beestjes groeit uit tot een geliefde dagelijkse gewoonte. Tijdens zo'n wandeling door de bossen van Californië komt hij een klooster tegen, waarvan hij het bestaan niet eens wist ook al groeide hij op in de omgeving.

Een paar dagen na deze ontdekking is er iets in het nieuws: de paus kondigt aan dat de Latijnse Mis weer wijder verspreid zal worden. De aankondiging was ingewikkelder dan dat, maar het is overal in het nieuws. John voelt zich geroepen zo'n Mis te bezoeken en zoekt de dichtstbijzijnde op. Ondanks het beeld dat hij daarvan uit zijn jeugd had overgehouden:

(...) een soort bijgelovige toestand waarbij de priester de congregatie de rug toekeert en iets in het Latijn mompelt. Het klonk nogal obscuur. (171)

Bij de mis ontmoet hij iemand van het kerkkoor, en hij besluit mee te gaan zingen omdat ze wel mannenstemmen kunnen gebruiken. In dat koor krijgt hij, nadat hij heeft verteld over zijn moeilijkheden, van iemand een rozenkrans en een boekje met uitleg. Ook krijgt hij nog diverse andere geloofsadviezen, bijvoorbeeld dat hij moet gaan biechten.

De biecht

Dit vind ik zó herkenbaar. Het is absurd hoe herkenbaar de ervaringen uit dit boek zijn. Het kerkkoor waar ik in zing is weliswaar niet zo orthodox - we zingen doorgaans ook niet in het Latijn. Maar je had hier vroeger een aanbiddingsgroep. Als je wilde weten waar je hier in de wijde omtrek kon biechten, dan moest je het aan hun vragen. Nu kun je in principe bij iedere priester biechten maar net als bij veel parochianen is de biecht ook bij sommige priesters niet erg populair. Ik heb heel lang niet eens geweten dat de biecht überhaupt nog gebezigd werd (dat hoorde ik dus in die aanbiddingsgroep, ruim 10 jaar na mijn doop :-I).

Nou is het wel hogere wiskunde om, als je dat eenmaal weet, vervolgens je weg daarin te vinden. Ik voel zelf wel een ongelukkige split tussen een groot deel van de (Nederlandse) kerk dat niet meer biecht, en een kleiner deel dat dat wel doet (hetzelfde kan gezegd worden over andere Roomse regels en gewoontes). We hadden met het kerkkoor eens een rondleiding door de kerk, waarbij we ook langs de biechtstoel kwamen. Een dame verklaarde vol afschuw dat zij nóóit meer ging biechten, omdat zij vroeger elke week moest en dan zei ze maar dat ze met haar vinger in het suikerpotje had gezeten. Dat zei mijn moeder ook! Erger dan dat werd het niet in de jaren '50 en '60, zou je bijna denken.

Als John Carmichael in het klooster een biechthokje instapt, krijgt hij het advies een 'general confession' te doen (de Nederlandse term ken ik niet, ik begrijp dat het een algemene biecht is die je kunt doen als je na lange tijd niet in de kerk geweest te zijn weer terug komt). Zeker twee jaar duurt het voordat hij daar aan toe komt (natuurlijk gestimuleerd door zijn koorleden). Hij krijgt zelfs het advies van de priester om een periode lang om de dag te biechten!

Verborgen in het volle zicht

It seems tragic to me, rather incomprehensibloe, that one could claim Christ but deny His Church, or redefine church to include everyone who ever accepted Christ but rejected His sacraments, everyone who failed to honor Him the way He left Himself with us.
It's as though the sacraments and the full complement of Church power is hidden in plain sight - it's technically available to people buty the apprehension they'd have to overcome to access it these days keeps them away.

Ik vind dat mooi gezegd, verborgen in het volle zicht. De lelijkheid van de kerk is niet moeilijk te zien. Maar de schoonheid gaat verborgen. Waarom?

Als je het weet mag je het zeggen.

Ik denk dat het een mysterie is. En mysteriën zijn nu eenmaal, tja, mysterieus.

En in dit boek wordt dat op een spannende, soms humoristische soms enge manier omschreven. Ik heb wel in de recensies gelezen dat het niet voor iedereen geschikt is. Ik denk dat ze bedoelen, dat het niet geschikt is voor de hele brave gelovigen die de kerkbanken nooit verlaten hebben.

Maar anders kan je het gewoon lezen hoor.

Achterkant van het boek Drunks & Monks van John H. Carmichael met recensies.

Reacties

  1. Bekeerlingen zijn diegene die Jezus zoekt.
    Hij zoekt de zondaars.
    De rechtschapen mensen behoeven geen bekering.
    De afgedwaalde mensen, die zoekt hij en schenkt hij de genade van de biecht.

    Als wij voor hen, de afgedwaalden bidden (en bidden kan heel omvangrijk zijn) zoals de koorleden voor John deden, dan helpen we diegenen om rechtschapen mensen te worden.
    Dat is katholiek zijn!

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Laat hier je reactie achter