Na tien jaar katholiek zijn, kwam ik er, een soort van per ongeluk achter, dat 'de leer' waarop de katholiek wordt geacht zich te baseren, niet slechts uit een stoffig geworden verzameling oude boeken bestond die uitsluitend door de paus zelf en enkele naaste medewerkers gelezen (en geschreven) werden.
Daarvóór leidde ik een vredig bestaan, in de baarmoeder van de kerk, onwetend van de onvrede die er bij sommigen bestaat naar het opperhoofd van de kerk, de paus, en vooral naar de leer uit Rome. Wij Nederlanders denken alles al gauw beter te weten en zijn niet zo autoriteitsgericht.
Ikzelf had me nooit zo in deze onvrede verdiept. Als ik daaraan begin is het einde zoek, dacht ik, laat ik eerst maar aan mijn eigen geloof werken door het te beléven. In de mis, als vrijwilliger bij de kinderwoorddienst en in persoonlijk gebed.
Ik hoorde af en toe wel geluiden van onvrede: de muziek van Huub Oosterhuis die niet goed genoeg zou zijn volgens de paus maar die men hier juist zo mooi vindt. Het indopen van de hostie, dat nooit gemogen heeft maar hier wel tientallen jaren gebruikelijk is geweest.
Opdat deze niet te droog zou zijn, en omdat we vinden dat we 'overal recht op hebben', maar liever zonder de bijbehorende bacteriën, die het drinken uit dezelfde kelk met zich mee zou brengen. Al zijn de meningen verdeeld of deze niet reeds gestorven zijn in de aanwezigheid van het Heilige Bloed.
Door een wonderlijke samenkomst van vakantieperikelen, mijn eerste bezoek aan een kerkdienst in het buitenland
geen katholieke kerk maar er werd wel het onze vader gebeden ('you can pray with us in dutch if you want', zei de voorganger die mij meteen bij binnenkomst was komen begroeten)
en een folder over het huwelijk die ik vond in een andere kerk kwam ik op het idee bij thuiskomst een week lang veel te gaan bidden over de spanningen in deze vakantie (deel hiervan was de diagnose autisme van onze zoon die vlak daarna gesteld zou worden).
Na een gesprek met mijn man was het besluit daar: wij gaan trouwen.
Logisch toch.
Dat wilde ik al lang, maar ik had besloten daarin mijn zin niet door te drijven aangezien ik de enige was die daar positieve gedachten bij had. Mijn man vond het niet zo belangrijk, wel of niet trouwen.
Maar in gebed kon ik niet aan de gedachte ontkomen dat dat was wat God wilde.
Maar, was dat wel zo? Bestond het huwelijk in zijn traditionele vorm nog wel? Ik begon te twijfelen. Niemand in de kerk had mij ooit gezegd dat samenwonen niet oké was. Natuurlijk zeg je zoiets niet snel, maar ik had het ook nooit in een mis gehoord, of in de wandelgangen. Ik was er eigenlijk stilzwijgend vanuit gegaan dat dat in deze verlichte tijden óók in de kerk niet meer uitmaakte (en stelde wijselijk geen vragen).
Ik sprak de vrouw met wie ik de kinderwoorddiensten begeleidde, erover aan. Tot dan toe had ik nooit iets op internet opgezocht over de kerk. Ik vond dat je dat in de praktijk moest leren. Maar dan moeten ze je wel over het huwelijk informeren en dat deden ze dus niet. Niet voordat je je aandient om te trouwen, tenminste, en dan nog mondjesmaat. Alsof je geacht wordt dat vanzelf te weten.
De vrouw tipte mij op een website (deze bestaat niet meer), met een forum waarop allerlei vragen over huwelijk, relaties, opvoeding en geloof besproken werden. Daarbij werd verwezen naar de catechismus en geschriften van diverse pausen. Blijkbaar lázen deze vrouwen dat. Ze konden er goed over vertellen. Ik vond het eigenlijk helemaal niet stoffig maar wel verfrissend. Tussen de koekjesrecepten, knutsels voor kerkelijke feesten en liefdesuitingen naar de paus (toen Benedictus) stonden ook relatietips.
Het heeft even geduurd voordat ik over de initiële shock heen was. Dat er mensen nog wat voor elkaar bewaarden in plaats van alles meteen aan de eerste de beste pukkelige puber te geven, na het slikken of in laten spuiten van hormoonpreparaten. Shocking, niet? Maar de tips waren erg realistisch. Ik had ze in eerdere jaren goed kunnen gebruiken. Echt een doos van Pandorra als je uit een niet gelovig gezin komt.
Ik vond het ongelooflijk dat ik deze schatkist gevonden had, precies in de tijd dat er daadwerkelijk een huwelijk voor mij opdoemde aan de horizon. Een moment in de tijd dat liefde en trouw geen loze beloften leken waarvan ik het genot toch nooit zou smaken want 'wie wil mij nou', boehoe dames ja toch???
En dat zien veel mensen niet. Die zien alleen ge- en verboden en ingeperkte vrijheid. Terwijl er in de niet-gelovige wereld evengoed ge- en verboden en ellende zijn. Het huwelijk in deze tijd leek mij niet meer dan een romantische illusie, want wie is er nog een levenlang trouw? En waarom zouden we ook als de God-schepper buiten spel is gezet? De dating-scene lijkt wel een arena, waar net als lang geleden het recht van de sterkste (knapste, mooiste) geldt. De prooi wordt verslonden en we gaan weer verder. Terug naar de natuur. Cultuur en religie leggen het af tegen ons 'Basic Instinct'.
Ik heb het vermoeden dat dat nooit is geweest wat men in de jaren '60 nastreefde. Volgens mij hadden ze daar juist wel een ideaal van liefde.
In ieder geval vond ik mezelf
Totdat ik de Theologie van het Lichaam en aanverwante geschriften las, en langzaamaan een beeld kreeg van wat God de Schepper nou eigenlijk van plan is met het huwelijk.
Reacties
Een reactie posten
Laat hier je reactie achter