Doorgaan naar hoofdcontent

Het leven van Bernadette: René Laurentin

Boek Het leven van Bernadette door René Laurentin

Ik kreeg het boek Het leven van Bernadette van een vriend die zijn boekenkast had opgeruimd die dacht dat ik het wel interessant zou vinden. Ik was het meteen kwijt want mijn moeder wilde het graag lenen, maar inmiddels heb ik het gelezen.

De visioenen van Bernadette Soubirous hebben ertoe geleid dat Lourdes één van de grootste bedevaartsoorden geworden is.

De jonge Bernadette

Bernadette wordt op 7 januari 1944 als oudste kind geboren in de familie Soubirous. Ze groeit op in grote armoede, maar in een liefdevol gezin. Tot haar tiende wonen ze op een molen. Erg op winst belust zijn ze niet. Ze hebben medelijden met mensen die het meel niet kunnen betalen en schieten vaak voor, en vaak krijgen ze het geld nooit.

Vader verdient bij met losse klussen maar het is niet veel. Moeder Louise gaat ook werken: schoonmaken, wassen en werken op het land. Uiteindelijk worden ze uit huis gezet en belandden in een 'cachot', een somber krot.

De start van de verschijningen

Op haar veertiende krijgt Bernadette verschijningen. Het gebeurt als ze met haar zusje en een ander meisje hout gaat sprokkelen. De andere meisje zien niets. Ze vertelt ze in het geheim wat ze gezien heeft, maar haar zus vertelt het door. Als ze wordt uitgehoord door haar ouders, vertelt ze in minimale bewoordingen wat ze gezien heeft.

De verschijning, die haar naam niet genoemd heeft, vraagt Bernadette of ze de komende veertien dagen wil komen. Ze belooft dit. Er lopen steeds meer mensen mee en het wordt Bernadette verboden naar de plek van de verschijningen te gaan. Dit brengt haar in een lastig parket want ze heeft het beloofd, maar ze wil ook gehoorzaam zijn.

Tijdens één van de verschijningen roert Bernadette in de aarde, graaft en er komt water omhoog. Later wordt dat een bron met vers water.

De verschijning zegt haar een processie te regelen en een kapel te bouwen.

Later zegt de verschijning, als Bernadette haar naam vraagt, 'Ik ben de onbevlekte ontvangenis'.

Zelf vindt Bernadette het niet fijn als mensen haar voortdurend vragen te vertellen wat ze precies gezien heeft. Ze geeft daarom zo kort en bondig mogelijk antwoord .

Bernadette heeft een slechte gezondheid. Ze heeft astma. Enkele malen is ze zo ziek, dat ze de ziekenzalving toegediend krijgt.

Het klooster van Saint-Gildard te Nevers

Bernadette gaat om met zusters van het klooster in Nevers en komt er achter dat het verzorgen van zieken haar heel goed ligt. Ze denkt dat ze geen zuster kan worden door haar armoede en zwakke gezondheid maar krijgt dan te horen dat dat in sommige gevallen geen bezwaar hoeft te zijn.

Voordat zij postulante wordt moet ze nog één keer het hele verhaal van de verschijningen vertellen. Zelf zegt ze dat ze naar het klooster gekomen is om zich te verbergen, maar velen weten haar ook in het klooster te vinden. Daarom houden de zusters haar in het moederhuis, terwijl ze de andere postulanten elders plaatsen.

Haar nieuwe naam wordt zuster Marie-Bernard: ze mag de patroonheilige van haar doopsel behouden. Ze komt op de ziekenzaal te werken en wordt, zonder enige vooropleiding, hoofd van de afdeling. Zelf wordt ze ook enkele malen ernstig ziek en daarom doet ze ook professie in articulo mortis, op het ogenblik van de dood. Maar ze herstelt en moet later nog op normale wijze professie doen.

30 oktober 1867 legt Bernadette haar gelofte af, van 'armoede, zuiverheid, gehoorzaamheid en liefde'. Deze vierde gelofte, van liefde, werd later afgeschaft.
De liefde leent zich niet tot kerkrechtelijke vormen. (blz. 178)

De beproevingen van Bernadette

De eerste beproeving van het kloosterleven is de heimwee die Bernadette voelt. De tweede beproeving is haar bekommernis als oudste dochter, als erfgenaam zoals men in Lourdes zei. Irritant waren de bezoeken van nieuwsgierige mensen. Het viel Bernadette vooral zwaar, dat zij niet kon dienen, zoals zij verlangde. De beroemdste beproeving is de strengheid van de oversten tegenover Bernadette.

De laatste beproeving

De laatste maanden voor haar dood wordt Bernadette opnieuw het mikpunt van verhoren, die bijzonder pijnlijk voor haar zijn. Het meest gegeven antwoord is: 'Dat kan ik me niet meer herinneren.'  Tegen mgr. Bourret, bisschop van Rodeaz, noemt zij haar weerzin om over het visioen van haar jeugd te spreken. Ze is ook bang zich te vergissen.

Later maakt zij een 'geloofsnacht' door, vol van machteloosheid en fysieke en morele duisternis.

Na een ziekbed van enkele maanden sterft zij op 16 april 1879.

Reacties