Doorgaan naar hoofdcontent

Bekeringsverhaal V Ongeschoold of geschoold werk

Leggen we nu mijn ervaringen in de kibbutz, de commune en mijn wetenschappelijke stage naast elkaar dan zien we het volgende.

In de communevormen:

  1. wordt hard en veel gewerkt, met slechts één of zelfs geen vrije dag per week, werktijden tot 9 uur per dag; 
  2. begin je onderaan met ongeschoold handwerk, vaak fysiek belastend;
  3. verdien je weinig of niets, in het geval van de bhagwancommune kost het zelfs geld (de verdiensten worden geacht op een ander vlak te liggen: dat je er wat van leert. Bijvoorbeeld zelfverzekerdheid).

Op de stageplaats:

  1. is de belasting mentaal;
  2. begin je bovenaan met geschoold werk;
  3. verdien je meteen al aardig.
Wat heb ik er op tegen om voor een hoop geld met praatjes gaatjes te vullen? Het verdient goed en ik heb er de opleiding voor. 

Toen ik voor de groep stond tijdens mijn stage voelde ik mij nederig. Nederigheid is een emotie die de generatie van mijn ouders al lang geleden in de kerkbanken achtergelaten heeft. Het is misschien een mooi begrip voor een christen, maar voor een twintiger op weg naar een carrière staat het in de weg. Als ik een carrière wilde moest ik die gevoelens kwijt zien te raken zodat ik schaamteloos bakken geld in ontvangst zou kunnen nemen.


Verder naar Bekeringsverhaal VI.
Terug naar deel IV.