Vaderdag. De dag begon al meteen niet zo goed. Tegen negen uur hoorde ik nog steeds geen kind ontbijt maken, wat toch wel de bedoeling was. Als ik naar de kerk wil, moet ik op tijd ontbijten dus ga ik toch maar zelf aan de slag. Als ik broodjes aan het afbakken ben, komt Bud beneden. Ik vind mezelf een dweil van een moeder omdat ik hem niet gewoon uit bed getrommeld heb. Maar dan is hij de hele ochtend, zo niet de hele dag chagrijnig. En ik gun hem zijn uitslaapje heus wel (dat bedoel ik met dweil...). Als het ontbijt klaar is, zeg ik, 'Breng jij het naar boven, en blijf dan vijf minuten gezellig zitten.' Hij neemt het blad niet aan maar houdt wel de deur voor mij open. 'Als ik naar boven loop wordt mijn wifi verbroken.' 'Zonder telefoon!', roep ik (ik dacht dat dat logisch was). Hij loopt de slaapkamer binnen. Ik laat het blad met één punt op de gangkast rusten terwijl ik er het pakje dat daar ligt, op wurm. Tennissokken. 'Fijne vaderdag...
'Proeven deed ik jou en sindsdien dorst ik...'