Doorgaan naar hoofdcontent

Bekeringsverhaal II Studietijd

Terug in Nederland wachtte mij een minder religieus geëngageerde omgeving: de studie psychologie in Groningen. Ik vond het een leuke studie, maar het was me niet duidelijk wat voor werk ik ermee zou kunnen doen. Ik wilde in ieder geval mensen helpen.

Inmiddels was ik erachter gekomen dat ik klinische psychologie te 'klinisch' vond, met zijn witte muren, doktersjassen en pillen. Relatiepsychologie leek me ook leuk maar dat zat ook in de klinische hoek, jammer.

Ik koos voor arbeids-, organisatie- en personeelspsychologie. Hoe vind je de juiste mens voor de juiste werkplek, en anderom. Binnen die vraag kun je je richten op de fysieke arbeidsomstandigheden (A), de sociale aspecten (O), of de metrische kant van het vinden van de juiste persoon voor een bepaalde arbeidsplek (testpsychologie, P). Hiermee kon ik mensen helpen in de dagelijkse omstandigheden van de werkplek.

Toch voelde ik me onzeker, zou ik dat werk wel kunnen, het is wel een grote verantwoordelijkheid om met mensen te werken. Een medestudente, die ook veel last had gehad van onzekerheid, had een cursus 'Emotioneel Lichaamswerk' gedaan en dat had haar goed geholpen (je denkt misschien, wat klinkt dat raar, maar in die tijd was het niet raarder dan yoga). Ik deed een basiscursus in de avonduren. Daarna ging ik drie maanden naar een commune.



Naar deel III.
Terug naar deel I.