Er kwam uiteindelijk een dag dat we Saint-Malo moesten verlaten. Dat was op zich niet zo ingewikkeld. We hadden de meeste bagage al gepakt. Het laatste eten verorberden we tijdens een flink ontbijt. En toen hoorden we ze. De kerkklokken. Ik had het kerkgebouw al eerder rondgelopen maar nergens hing een briefje met de mistijden. Op internet bleek de kerk te zijn opgegaan te zijn in een zeemijlenbreed parochieverband waar ik vastliep in een ingewikkeld schema. Ik vond wel missen in andere kerken in Saint-Malo maar om daar nou in mijn eentje naartoe te gaan fietsen in een vreemde stad, met een verouderde telefoonbatterij en een getraumatiseerd inwendig richtingsysteem, om vervolgens een mis in het frans mee te maken en dan ook nog met een reis van twee uur voor de boeg, dat leek me wat veel gevraagd. Maar dat er nu toch een kerk inging aan het eind van de straat terwijl wij nietsvermoedend aan ons mega-ontbijt zaten, daar werd ik echt gefrustreerd van. Mijn man zag ...
'Proeven deed ik jou en sindsdien dorst ik...'